Alle babbelboxen op radio en tv moeten gevuld, dus hebben de redacties een vrij vastgeroeste Rolodex tot hun beschikking om al die minuten ‘talkshow’ elke dag te kunnen vullen met gasten. Waar het vroeger ging om het informeren van de kijker/luisteraar, blijft dat publiek vandaag de dag steeds vaker verweesd achter; we zijn getuige van een (deels afgesproken) toneelstukje tussen lieden – presentator en genodigde – die slecht zijn voorbereid op het gesprek (meestal de presentator) en/of de ballen verstand hebben van het aan te snijden onderwerp, maar die wel een lekker dwarse mening hebben (meestal de geïnterviewde).
Dit is een zichzelf voedend organisme: beide partijen hebben belang bij het voortbestaan van de ander. Betekent dat een redactie op zoek blijft naar wat men ‘nieuws’ noemt, maar een stevige mening is eigenlijk voor een ‘tok-show’ nog fijner nieuws. Dus is het veel ‘Wat vindt u van …?’
En een politicus kan er zonder moeite – zogenaamd exclusief – zijn of haar proefballon laten opstijgen. Hoe dat tot ellendige televisie leidt was laatst in Buitenhof weer eens te zien. Een politicus – we noemen geen namen want zijn handelen is tweede natuur voor vrijwel álle politici – had het programma uitgezocht voor het lanceren van ‘nieuws’. Zijn partij had namelijk een idee. Lekker op de zondag, konden de maandagkranten het nog een keer overschrijven; mooi nóg een keer publiciteit.
Wat was het idee? PvdA-leider Asscher – gut, toch de naam verraden – kwam met de lumineuze gedachte om 14 miljard in woningbouw te stoppen. Want woningtekort. Want woningcorporaties hebben geen geld om te bouwen.
Nu is die woningmarkt een nogal ingewikkeld terrein, waar huurbelasting, verdringing, tekort aan sociale huurwoningen, huurstijgingen en nog veel meer problemen in samenkomen. Wil je daar verstandig over praten of over ondervragen, dan vereist dat enige studie. Maar goed, als politicus kun je de eenvoudige boodschap ’14 miljard erbij’ prima proberen te verkopen.
Zeker nu, moet Asscher gedacht hebben. Want kreeg hij in het verleden altijd de schampere vraag hoe hij dat dacht te betalen – en die vraag zou ook nu komen – , nu kan het niet op met de uitgaven van het kabinet. En het gaf de PvdA’er de kans om het kabinet óók nog te kapittelen over de bestemming van de gelden uit het Wopke Wiebesfonds. Dat ‘cadeautje voor bedrijven’ (dixit Asscher) kon wel 14 miljard minder. Precies zo liep het gesprek.
Want de dienstdoende interviewer was niet ingelezen, had slechts drie vragen over het thema en schakelde vervolgens snel naar ‘de actualiteit’. De vragen waren kennelijk op. Asscher had zijn ei mogen leggen, nu kregen de kijkers een tour d’horizon langs allerlei andere onderwerpen. Allemaal relevant, maar er werd niets uitgediept. Het was (weer) veel ‘Ik vind dat’ in plaats van een gesprek dat informeerde, schuurde of verhelderde.
Bij een politicus gaat na zo’n uitzending – ook als de interviewer een watje is – de vlag uit: minuten zendtijd voor de eigen partij, prachtig in aanloop naar de verkiezingen en in een tijd waarin het kabinet nog meer publicitaire ruimte dan normaal krijgt. ‘En geen fouten gemaakt, hoera!’ Maar leidt de oprisping van Asscher nou tot een stoet journalisten met follow ups? Tot een kritische vraag aan het kabinet? Tot wijziging van het beleid? Tot op z’n minst een debat in media of parlement? Het lijkt er nog niet op.
De minuten zendtijd op een druilerige zondagmiddag zijn weer gevuld. De inner circle – vooral journalisten en Binnenhof-watchers kijken Buitenhof – heeft weer wat gespreksstof. De partij kan stukjes interview tweeten naar de eigen achterban (niet PvdA-stemmers zien dat niet, dus nul stemmenwinst daar). Maar de individuele kijker is weinig wijzer geworden.
Dat moet toch anders kunnen? Door te informeren, te verdiepen en politici het vuur aan de schenen te leggen. En vooral ook door weg te blijven van ‘Wat vindt u van de reactie van Kamerlid X op de uitspraak van regeringsleider Y?’
P.S. Voor de zekerheid nog eens: waar hierboven ‘Asscher’ staat, kan elke andere naam uit de politiek staan. En waar ‘Buitenhof’ staat, passen ook andere rubrieksnamen.