Oudbakken is de stelling dat feiten er in de journalistiek en communicatie niet meer toe doen, dat alleen de mening telt. Vroeger, ja vroeger was het nog ‘Als ik iets vind, dan breng ik het naar de politie’. Nu is het: ‘Ik vind dat ik steeds opnieuw iets moet vinden. En dat mik ik op twitter.’ En in de overtreffende trap: ‘Je mag met duizend feitelijke correcties komen, ik heb recht op mijn eigen mening!’
Ok, ik stel het te zwart-wit – ook ík heb recht op mijn mening ? – maar in de kern is het wat zowel de journalist als de communicatieadviseur/voorlichter/woordvoerder dwars zou moeten zitten. De ruimte voor argumenten en discussie is steeds beperkter, er moet onmiddellijk – liever nog: bij voorbaat – een mening worden geventileerd, een kant worden gekozen, een frame gezet. En wie dan het hardst schreeuwt, het eerst schreeuwt, die denkt z’n gelijk te hebben gehaald.
Toegegeven: ook ik ben tevreden als ‘de kant’ van mijn opdrachtgever goed of als eerste in de krant staat. Maar ook toegegeven: als ik niet de eerste ben en moet reageren op een frame dat een ander probeert te vestigen, dan hoop ik dat feiten boven frame gaan. En dat ik niet een frame met een ander frame hoef te bestrijden in een poging om een journalist te overtuigen.
Helemaal gerust ben ik er niet op. Omdat ‘de mening telt, de feiten verzamelen we er later wel bij’ nogal in zwang is. Niet alleen op twitter, in toenemende mate ook in de politiek.